Artikel uit NRC: Elke dag naar de bieb, maar niet voor de boeken
Kantoor, huiskamer, soep-punt, hulppunt, leerplek en vergeet al de boeken niet – de eerder uitgeklede bibliotheek bloeit op. „Mensen vragen: mag ik wel naar binnen, want ik ben geen lid. Ja, natúúrlijk!”
Het beeld dat mensen hebben van de bibliotheek is hardnekkig
Een jaar lang volgde NRC op drie plekken de bieb. In het Utrechtse Overvecht, waar in de ruim opgezette bibliotheek veel kan en geld, na een paar spannende jaren, even niet zo’n probleem meer is. In het Eindhovense Tongelre, waar de eerste van zes (!) nieuwe stadsdeelbibliotheken de deuren opende. En in het Limburgse Roerdalen, waar ze geen fysieke vestiging van de bieb hebben en er ook geen willen.
Het gaat goed met de bibliotheek. Of misschien is het juister om te schrijven: het gaat beter met de bibliotheek. Vooral in de regeerperiode van Rutte II (2012-2017), een kabinet dat streng bezuinigde op cultuur, werden de afgelopen tien jaar veel bibliotheken gesloten of uitgekleed. Van de ongeveer 900 ‘volwaardige vestigingen’ (een bieb die minimaal vijftien uur per week open is) waren er in 2023 nog 760 over.
Nu keert het tij. In 2015 kwam er een ‘bibliotheekwet’, waarin een bredere maatschappelijke taak voor de bibliotheek werd vastgelegd. Uit een evaluatie in 2020 bleek dat dat vruchten afwierp, met één kanttekening: er verdwenen nog steeds vestigingen, waardoor te veel Nederlanders op te grote afstand van een bibliotheek woonden.
Per 1 januari 2026 krijgen gemeenten daarom een ‘zorgplicht’. Het komt erop neer dat elke Nederlandse gemeente dan een fysieke vestiging van de bibliotheek moet hebben, die minimaal vijftien uur per week professioneel bemand wordt.
Daar is geld voor vrijgemaakt. In 2023 en 2024 maakte het Rijk in totaal zo’n 66 miljoen euro over naar gemeenten die een fysieke bieb wilden openen of een bestaande beloofden te upgraden. Voor dat geld krijgt Nederland 46 nieuwe bibliotheken, terwijl van 300 vestigingen de voorzieningen en/of openingstijden worden uitgebreid.
Dit jaar, 2025, krijgt iedere gemeente nog eens 2,90 euro per inwoner, met een minimum van 100.000 euro – geld dat bedoeld is om straks te kunnen voldoen aan de zorgplicht.
Ondertussen ondergaat de bieb een gedaanteverwisseling. Terwijl 70 procent van de Nederlanders nog steeds denkt dat het vooral een plek is om boeken te lenen of rustig te lezen of te studeren, zijn de taken geleidelijk uitgebreid. De bibliotheek is er om contact met de overheid makkelijker te maken, voor ouderen die moeite hebben met de digitalisering, voor vragen over geld of over opvoeden, de bieb is er om eenzaamheid en laaggeletterdheid tegen te gaan, als ontmoetingsplek, voor debat, als middel tegen polarisering. Het aantal jeugd- en volwassen leden groeit, het aantal bezoekers en uitleningen ook, en zéker het aantal activiteiten: bibliotheken organiseren meer dan ooit.